Op zaterdag 25 februari kunnen alle bewoners van Blauwestad gratis een potje mosterd ophalen. De mosterd is gemaakt met mosterdzaad dat verbouwd is in Blauwestad. Akkerbouwer Henk Smith wil de bewoners graag laten mee proeven van de oogst.
Tijdelijke landbouw
Biologisch akkerbouwer Henk Smith is een van de lokale boeren die landbouwgrond pacht in Blauwestad. Grond die uiteindelijk bouw- en woonrijp gemaakt zal worden, wordt door de provincie tijdelijk verpacht. Smith verbouwt er onder andere mosterdzaad, waar Marne Mosterd heerlijke mosterd van maakt.
Op te halen bij de Wijnprofessor, OP=OP
Smith heeft 700 potjes mosterd beschikbaar gesteld aan het Projectbureau Blauwestad, voor elk huishouden één. De potjes kunnen op zaterdag 25 februari tussen 12.00 en 17.00 uur worden opgehaald bij de Wijnprofessor. Die is tijdelijk ondergebracht in het kantoor van de havenmeester aan het Redersplein.
Deze datum werd niet toevallig gekozen. Immers, 25/02/23 is bij elkaar opgeteld precies 50, de leeftijd waarop je Abraham ziet en dus officieel weet waar je de mosterd kunt halen. Een datum met een knipoog dus.
Onder de foto lees je het verhaal van boer Henk en de mosterd uit Blauwestad
Het verhaal van boer Henk
Boerenzoon Henk Smith is geboren en getogen in Oost-Groningen. In 2001 verkoopt vader Smith een deel van zijn boerenland om plaats te maken voor de ontwikkeling van Blauwestad. De boerderij in Beerta blijft, en wordt overgenomen door Henk. Daarnaast pacht hij extra grond van de provincie. Grond die uiteindelijk zal worden omgetoverd tot bouwkavels. Tot die tijd verbouwt Henk er groenten en gewassen. Biologisch, want een paar jaar geleden is Henk overgestapt van de gangbare naar biologische akkerbouw.
Zo verbouwt Henk al een aantal jaren mosterdzaad in Het Wold en in Het Park, langs de Vliegenzwam. Van dat mosterdzaad wordt heerlijke biologische mosterd gemaakt door Marne Mosterd uit Groningen.
“De samenwerking met Blauwestad gaat heel goed. Ik bewerk de toekomstige bouwkavels nu al zo’n 15 jaar als grasland en later ook akkerbouw. Het schuift elke keer een stukje op en de totale oppervlakte wordt steeds een beetje kleiner, maar het is leuk om te doen.”
Extra perceel mosterdzaad
Als Henk in 2022 ook nog een perceel bij de Bovist (tussen de Pieter Smitbrug en de aanlegsteiger) kan pachten, zit hij wel met een probleempje. Om het certificaat biologisch te behouden, mag hij naast zijn biologisch geteelde mosterd geen gangbare mosterd telen. Dit perceel is (nog) niet aangemerkt als biologisch.
Mosterd uit Blauwestad
Daarom is het zijn vrouw Djûke die vanuit haar eigen boerderij, Nieuw Slagmaat (in Bunnik) deze mosterd teelt. Nieuw Slagmaat is een traditioneel gemengd bedrijf dat vooroploopt in het milieubewust telen van fruit. En zo kleurt het perceel vorige zomer toch prachtig geel, onder toeziend oog van Sicco Mansholt.
Waar het mosterdzaad uit Het Wold en Het Park door Marne Mosterd wordt verwerkt tot officieel biologische mosterd, wordt het mosterdzaad van de Bovist verwerkt tot ‘gewone’ mosterd. Djûke wil ze gebruiken voor de kerstpakketten die ze verkoopt in haar boerderijwinkel.
10.000 potjes mosterd naar voedselbanken in Groningen
Als de potjes mosterd bij Henk en Djûke worden afgeleverd, blijkt het aantal een stuk groter dan verwacht. Ze hebben gladde, grove en honingmosterd besteld en voor elk recept heb je een ander percentage geel mosterdzaad nodig, variërend van 7 tot 17 procent. Door die verschillen, zitten ze opeens met veel meer potjes mosterd dan ze kunnen verkopen.
Omdat weggooien niet past bij hun bedrijfsfilosofie, besluiten Henk en Djûke de overgebleven mosterd uit te delen aan de bewoners van Blauwestad. De rest wordt teruggekocht door Marne Mosterd. Directeur Paul de Vries van Marne Mosterd licht toe:
“Verspillen is zonde. Dan geven we het liever aan mensen die het kunnen gebruiken. Daarom hebben we de overgebleven 10.000 potjes mosterd verspreid over 7 voedselbanken in Noord-Nederland. Die waren er blij mee.”
Wist je dat?
Marne Mosterd al een aantal jaren bezig om de lokale teelt in Groningen te stimuleren. Niet alleen om de het aantal voedselkilometers te beperken, maar ook om de agro-economische ontwikkeling in de regio aan te slingeren.